Panning is een techniek in de fotografie waarbij je de camera beweegt in de richting van het bewegende onderwerp terwijl hij een foto maakt. Je krijgt dan een scherp onderwerp dat loskomt van een bewogen onscherpe achtergrond, wat een gevoel van snelheid en beweging overbrengt. Panning kun je gebruiken bij het fotograferen van verschillende bewegende onderwerpen, zoals auto’s, fietsers, hardlopers en dieren.
Instellingen voor panning
Om panning te gebruiken bij het fotograferen van bewegende onderwerpen, is het belangrijk om de juiste instellingen te gebruiken op de camera. Eerst moet je de sluitertijd aanpassen op basis van de snelheid van het bewegende onderwerp. Over het algemeen geldt dat hoe sneller het onderwerp beweegt, hoe korter de sluitertijd moet zijn. Als het onderwerp bijvoorbeeld snel beweegt, kan je beginnen met het instellen van de sluitertijd op 1/250 seconde en deze aanpassen als dat nodig is.
Om te pannen, moet je de camera soepel in dezelfde richting bewegen als het onderwerp. Dit kan een uitdaging zijn en vereist vaak oefening om de juiste techniek te ontwikkelen. Het beste is om het onderwerp in het midden van het beeld te houden terwijl je de camera beweegt. Dit helpt om de beweging van het onderwerp te volgen en de camera soepel te laten bewegen.
Een belangrijk onderdeel van panning is het gebruik van een lage ISO-waarde. Dit helpt bij het verminderen van ruis en zorgt voor een heldere en scherpe foto. Het is ook belangrijk om de juiste diafragma-instellingen te kiezen. Een klein diafragma, zoals f/16, zorgt voor een grote scherptediepte, wat betekent dat zowel het onderwerp als de achtergrond scherp zullen zijn. Een groot diafragma, zoals f/2.8, creƫert een ondiepe scherptediepte en zorgt voor een onscherpe achtergrond, waardoor het onderwerp er nog meer uitspringt.
Een andere belangrijke instelling is het gebruik van continu-autofocus. Dit zorgt ervoor dat de camera het onderwerp blijft volgen en scherpstelt terwijl het beweegt. Dit is vooral belangrijk bij het fotograferen van bewegende onderwerpen, waarbij de afstand tot het onderwerp voortdurend verandert.
Gebruik een grijsfilter voor langere sluitertijden
Voor panning gebruik je een langere sluitertijd. Is er te veel licht voor een lange sluitertijd? Een grijsfilter kan dan goed van pas komen. Zo’n filter vermindert de hoeveelheid licht die de camera binnenkomt, waardoor de sluitertijd kan worden verlengd. Het werkt dus als een zonnebril. Dit is vooral handig bij het fotograferen in fel zonlicht, waarbij de sluitertijd vaak kort moet zijn om een goed belichte foto te krijgen.