De sluitertijd, of belichtingstijd, is een van de belangrijkste instellingen op een camera. Je stelt daarmee in hoe lang de sluiter open blijft om licht op de sensor te laten vallen. Het is een van de drie belichtingskranen van de belichtingsdriehoek. Naast diafragma en ISO bepaal je met de sluitertijd de belichting van de foto.
De belichtingstijd wordt gemeten in seconden of fracties van seconden. Bijvoorbeeld, een sluitertijd van 1/250 betekent dat de sluiter van de camera 1/250ste van een seconde open blijft om licht op de sensor te laten vallen. Een sluitertijd van 1 seconde betekent dat de sluiter van de camera één volledige seconde open blijft.
Sluitertijd camera
De sluitertijd beïnvloedt niet alleen de hoeveelheid licht die op de sensor valt, maar heeft ook invloed op de beweging in de foto. Als de belichtingstijd langzaam is, kan er bewegingsonscherpte ontstaan wanneer het onderwerp beweegt terwijl de sluiter open is. Als de belichtingstijd snel is, bevriest de beweging van het onderwerp en kan er scherpe actie worden vastgelegd.
Bij de onderstaande zie je een vergelijking tussen een korte en een lange sluitertijd. Beide foto’s zijn uit de hand genomen waarbij de fotograaf de camera zo stil mogelijk heeft gehouden. Er is geen gebruik gemaakt van beeldstabilisatie.
Zoals in het bovenstaande voorbeeld te zien is, lever een (te) langere sluitertijd bewegingsonscherpte op.
Hoe werkt sluitertijd?
De sluitertijd werkt door de sluiter van de camera te openen en te sluiten om licht op de sensor te laten vallen. De duur van de belichting wordt bepaald door de instellingen van de camera. In een handmatige programmastand kun je zelf de sluitertijd instellen, terwijl in een automatische stand de camera de sluitertijd automatisch instelt op basis van de lichtomstandigheden en andere factoren.
Bij het kiezen van een sluitertijd is het belangrijk om rekening te houden met de hoeveelheid beweging in de foto. Bij het fotograferen van een stilstaand object kan een sluitertijd van 1/60 voldoende zijn, terwijl bij het fotograferen van een snel bewegende object, zoals een sportevenement, een snellere sluitertijd nodig kan zijn, zoals 1/1000 of korter.
Sluitertijd heeft ook invloed op de belichting van een foto. Als de sluitertijd langzaam is, laat de camera meer licht op de sensor vallen en zal de foto helderder zijn. Als de sluitertijd snel is, laat de camera minder licht op de sensor vallen en zal de foto donkerder zijn.
Als de sluitertijd te langzaam is, kan er ook overbelichting optreden. Overbelichting treedt op wanneer er te veel licht op de sensor valt en kan leiden tot verlies van detail in lichte delen van de foto. Om dit te voorkomen kun je de sluitertijd verkorten of kun je een andere belichtingsinstelling, zoals de diafragma en ISO, gebruiken om de lange sluitertijd te compenseren en te voorkomen dat een foto overbelicht raakt.
Lange sluitertijd
Een langzame sluitertijd kan worden gebruikt om bewegingsonscherpte te creëren, waardoor een gevoel van beweging in de foto ontstaat. Dit kan vooral nuttig zijn bij het fotograferen van watervallen, verkeer in beweging of mensen die bewegen. Een lange sluitertijd kan ook worden gebruikt om de sterrenhemel vast te leggen of om lichtsporen te creëren van voorbijgaande auto’s.
In het onderstaande voorbeeld zie je twee voorbijrijdende auto’s gefotografeerd met twee verschillende sluitertijden. Bij beide foto’s heeft de fotograaf de camera mee bewogen met de richting van de auto’s. Bij een langere sluitertijd krijg je een dynamischere foto en zie je de beweging van de auto beter. Door de onscherpe omgeving pakt het onderwerp (de auto) meer de aandacht en is de achtergrond minder druk.
Een snelle sluitertijd kan worden gebruikt om beweging te bevriezen en scherpe actiefoto’s te maken. Dit kan vooral handig zijn bij het fotograferen van sportevenementen, wildlife of andere snel bewegende onderwerpen.
De sluitertijd is een van de belangrijkste instellingen op een camera en moet goed worden begrepen. Om de beste resultaten te behalen, moet je de juiste sluitertijd kiezen op basis van de lichtomstandigheden, de beweging in de foto en het gewenste effect.